Mijn oom Harrie
Mijn oom Harrie zag er alles, behalve als een ‘oom’ uit.
Hij was altijd in het zwart gekleed. Meestal droeg hij een zwarte leren broek, met daarop een zwart shirt of zwarte trui. Ook had hij zwart lang haar, en een oorbel in. Hij was een opvallende en indrukwekkende verschijning.
Ooms kunnen natuurlijk leuk en grappig zijn – dat was Harrie ook – maar eigenlijk was Harrie van een totaal andere orde.
Harrie was stoer.
Harrie was cool.
Harrie was één van ons – of we nou 4, 16 of 30 jaar oud waren.
Harrie was rock ’n roll.
Op familiefeesten, waar het sowieso altijd al los gaat met veel muziek, werd het volume altijd nog een tandje opgekrikt, wanneer Harrie zijn deel van het repertoire begon te zingen. Dat waren nooit meer dan 1, misschien 2 nummers, kort en krachtig, en alleen punk. Ter vergelijking: de rest van het familie repertoire bestaat vooral uit soul (vaders kant) en country (moeders kant).
BAM! Harrie in the house.
Je kunt je voorstellen dat mijn vrienden niet wisten wat ze meemaakten. Er ging een wereld voor ze open tijdens dit soort feesten, en Harrie maakte voor altijd een onvergetelijke indruk.
(Later, toen ik al een tijdje in Amsterdam woonde en vriendjes mee naar huis nam die niet uit Brabant kwamen, maakte Harrie ook een onvergetelijke indruk als de oom bij wie ze graag wat ondertiteling hadden gewild, omdat hij soms nogal lastig te verstaan was.)
Harrie was ook een geduldige oom, die uitgebreid de tijd nam om je dingen te leren.
Zoals de basis van fotograferen, toen ik mijn eerste spiegelreflexcamera kocht. Hij gaf me tips en kleine opdrachtjes, en samen bespraken we de foto’s die ik had gemaakt (in de tijd dat je ze eerst nog moest ontwikkelen). Zonder moeilijk te doen en alsof het de normaalste zaak van de wereld was, leende hij zelfs zijn lenzen en flitser aan me uit.
Maar Harrie was vooral ook een lieve oom.
Die je altijd het gevoel gaf dat je zijn lieve kleine nichtje bleef, door je te blijven optillen als hij je zag, ook als je al een volwassen vrouw was.
Bij wie je als boze puber met kaalgeschoren hoofd gewoon op schoot kon kruipen voor een knuffel.
Die, ondanks zijn pleinvrees, naar het ouderlijk huis van mijn moeder in Valkenswaard kwam, toen mijn oma overleed (de moeder van mijn moeder). Samen hebben we afscheid genomen, samen met mijn grote stoere sterke oom Harrie bij mijn lieve kleine Indische omaatje.
En Harrie was een oom die je kon vertrouwen: hij zou nooit iets doorvertellen aan je ouders.
Zo was Harrie één van de eersten die ik kende met internet. Stiekem had ik bij vrienden al eens zitten chatten, maar ik had zelf nog geen email-adres waar nieuwe virtuele vrienden me op konden bereiken.
Van Harrie mocht ik zijn email geven voor verdere berichtjes, die hij dan weer naar mij doorfaxte (ja, ja, die mooie jaren ’90). Omdat ik toen nog bij mijn ouders woonde, begonnen de faxen met waarschuwende teksten in hoofdletters, om iedereen die geen Leslie heette erop te wijzen dat ze naar de hel zouden gaan als ze nu niet zouden stoppen met lezen.
Ze eindigden dan weer met plaatjes van stripfiguurtjes, eekhoorntjes of mannen waarvan hij dacht dat ik ze wel knap zou vinden.
Harrie, ik ben een grote geluksvogel en zo trots als maar zijn kan dat jij mijn oom bent geweest.
Want zo’n bijzondere oom als jij… dat overkomt je één keer, en dan nooit meer.